Beste mensen,
Wij, het 6de leerjaar, hebben 4 proefjes gedaan rond het thema ijs. We zaten in groepjes van 6. Bij proefje 1 hadden we 2 glazen met water, zout en 2 ijsblokjes. We namen de 2 glazen met water en in 1 van de glazen deden we wat zout en we roerden dat goed. En we legden in beide glazen een ijsblokje. Onze vaststelling op; het einde was: “Het ijsblokje blijft drijven maar het grootste deel zit onder water”.
We hadden ook nog andere proefjes: die zie je op de foto’s met een beetje uitleg.
Hier moesten we een beetje zout op een ijsblokje leggen en er dan een touwtje opleggen en er dan een beetje water over kappen. Het zout zorgt ervoor dat het ijs een beetje smelt, dan komt er een kuiltje in het ijsblokje. Het touwtje komt in dat kuiltje te liggen. Door de koude temperatuur verandert het water dat je erover kapt in ijs en groeit het terug toe.
Bij proefje 3 moesten we een ijsblokje in een glazen pot met deksel doen en een ander ijsblokje deden we ook in een glazen pot maar die glazen pot had zilver folie over de buitenkant en toen moesten we raden welk ijsblokje eerst zou smelten. Degene waar geen zilver folie over was, is het snelst gesmolten.
Alexander en Gijs
